Nina werkt aan toekomstbestendige wijkzorg
18 oktober 2022
Interview door Programma Precies!
Vorig jaar keerde Nina Vos 25 jaar na haar opleiding HBO-V terug als wijkverpleegkundige bij ZuidZorg, met 1 belangrijke missie: De verbinding leggen tussen beleid en uitvoering. En dat bevalt haar ontzettend goed.
Nina: “We moeten ons voorbereiden op een toekomst waarin we met veel minder zorgverleners voor veel meer ouderen moeten zorgen. Dat kan alleen als we fundamenteel iets veranderen aan onze huidige manier van werken. Ik wil bijdragen aan deze verandering.”
Wat valt er te veranderen aan wijkzorg?
“Om te beginnen is het doel van wijkzorg niet het leveren van zorg. Dat klinkt misschien vreemd, maar het moet juist gaan over wat voor een cliënt het leven de moeite waard maakt. Als je dat weet dan heb je meer te bieden dan zorg. Bovendien ontdek je eerder wat een cliënt en zijn omgeving zelf kan en wil. Ons team werkt met adviesgesprekken in plaats van intakegesprekken, dat is écht iets anders. We vragen niet welke zorg iemand nodig heeft, maar geven adviezen die helpen om het zo zelfstandig mogelijk te doen.”
Kan zo iedere oudere in de toekomst voor zichzelf zorgen?
“Nee, vanzelfsprekend is in veel situaties ook zorg nodig. Maar zorg kan ook tijdelijk zijn of minder vaak, dat geeft cliënten ook meer vrijheid. We merken bijvoorbeeld dat we enorme winst boeken wanneer we direct een fysiotherapeut of ergotherapeut betrekken. Door hun expertise hebben cliënten veel eerder hun zelfvertrouwen terug, ze voelen zich veilig waardoor minder zorg thuis nodig is. Inzetten van bijvoorbeeld alarmering, Medido, beeldbellen en robotica zorgt ook dat minder huisbezoeken nodig zijn. Bovendien behouden mensen meer eigen regie. En het meer betrekken en ondersteunen van het informele netwerk, zoals mantelzorgers en vrijwilligers, maakt een groot verschil voor de hoeveelheid professionele zorg die nodig is.
Welke kansen zie jij nog meer om aan de toenemende zorgvraag te voldoen?
1. “De samenwerking met fysiotherapeuten, ergotherapeuten maar bijvoorbeeld ook diëtisten in een vroeg stadium verder uitbreiden.
2. Ook preventie door het eerder voeren van adviesgesprekken met cliënten en hun familie. Eigenlijk direct zodra een huisarts of een andere hulpverlener een ‘niet-pluis-gevoel’ heeft. Zo voorkomen of vertragen we zorg, nu zijn we geregeld laat en is er direct intensieve zorg nodig.
3. Rapporteren in één ECD met alle betrokken disciplines. We weten van elkaar vaak niet wat is ingezet, er vindt te weinig afstemming plaats en verliezen nu kostbare tijd met telefonische overdrachten of overleggen. Omdat we niet in 1 systeem werken zijn we gewoonweg niet effectief genoeg.”
Wat zijn jouw belangrijkste lessen die je graag met collega’s deelt?
Cliënten coachen; meer met je handen op de rug zorg leveren.
Uitgaan van wat iemand kan in plaats van zijn beperkingen.
Durf je cliënt zijn of haar eigen leven te laten leiden en accepteer mogelijke gevolgen.
Elke verandering begint bij jezelf!